Arjan Hartog fotografie
Webdesigner Arjan Hartog
Tips en trucs.

Binnenopnames.

Buitenopnames.

Portretten.

Huisdieren.

Strand en sneeuw.

Natuur en close-up.

In de dierentuin.

Citytrips.

In het museum.

Sport en spel.

Flitsen.

Weg met rode ogen.

Fotografiesite.

Tips en trucs
Sport en spel

Onderwerpen die snel bewegen – zoals spelende kinderen, sporters of auto’s – zijn altijd moeilijk in beeld te krijgen. Met een reflexcamera heb je in elk geval al één voordeel: de camera reageert veel sneller dan een compactcamera.

Maar de beste manier om het probleem op te lossen is op de beweging en de actie te anticiperen. Daarvoor moet je eerst de tijd nemen om te kijken: wat gebeurt er, hoe spelen de kinderen of hoe verloopt de wedstrijd? Probeer dan te voorspellen waar de beweging naartoe zal lopen en kies door de zoeker een plek waar de persoon die je wilt fotograferen over een paar seconden zal zijn. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op dat punt. Wanneer de persoon daar echt is, dan pas druk je helemaal door om de foto te maken. Je kunt ook manueel scherpstellen op dat punt. Dat vergt wat oefening.

Snelle sluiter

Meestal wil je de actie bevriezen, en daar heb je een korte sluitertijd voor nodig. Stel je camera in op de sport-preset, dan zal hij zelf korte sluitertijden gebruiken, of kies de sluitertijdvoorkeur (S/Tv). Hoe kort de sluitertijd moet zijn, hangt af van de snelheid waarmee de persoon beweegt en van de richting. Voor iemand die naar de camera toe beweegt kun je een wat langere sluitertijd aanhouden dan voor iemand die van links naar rechts (of omgekeerd) voor de camera loopt. Probeer voor spelende kinderen 1/125ste van een seconde, voor sport 1/250ste en eventueel nog korter. Tenzij je onder een stralende zon werkt of een heel lichtsterke lens hebt, zul je de gevoeligheid wellicht moeten verhogen naar ISO 400 of meer om dergelijke korte sluitertijden te gebruiken.

De witbalans kun je instellen op de preset voor zon, wolken of schaduw, naargelang van de weersomstandigheden. Maar wanneer zon en wolken elkaar snel opvolgen, of als een sportterrein voor een deel in de zon en een deel in de schaduw ligt, ben je beter af met de automatische witbalansregeling.

Om beweging te bevriezen kun je ook de flitser gebruiken. Doe dit echter niet bij sportwedstrijden: het plotse flitslicht kan de sporters afleiden en zelfs eventjes verblinden. Een flitser bevriest door zijn korte lichtpuls een beweging, maar ze vlakt tegelijk de schaduwpartijen in je beeld uit. Hierdoor krijg je minder diepte in de foto.

Zoomlenzen

Tijdens grote sportmanifestaties zie je vaak een legertje sportfotografen achter een doel of omheining staan met gigantische teleobjectieven. Het gaat hier vaak om 600 mm- of zelfs 1000 mm-lenzen met erg grote diafragmaopeningen. Dit zijn enorm dure lenzen. Maar het kan moeilijk anders. Wanneer je naast een voetbalveld staat, bevindt je onderwerp zich vaak op een grote afstand. Met de kitlens (meestal een zoomlens met een bereik 35-70 mm in de 35mm-equivalent) kun je alleen foto's maken van de actie die zich vlak bij jou afspeelt.

Als gewoon liefhebber kun je je behelpen met een minder lichtsterke lens, bijvoorbeeld een 70-300 mm-type (die werkt als een 105-450 mm-lens op een camera met een beeldsensor in het APS-formaat). De kortste brandpuntsafstanden zijn bruikbaar als de actie zich in jouw buurt afspeelt, terwijl je met 450 mm al een serieuze zoom in handen hebt.

Bij dergelijke lange brandpuntsafstanden moet je wel oppassen voor bewegingsonscherpte. De minste beweging die je zelf als fotograaf maakt wordt namelijk enorm uitvergroot. Als je met een teleobjectief werkt, moet je dus steeds met heel korte sluitertijden werken of vanop een statief. Een basisregeltje stelt dat de brandpuntsafstand van je lens overeenstemt met de langste sluitertijd die je kunt gebruiken om vanuit de hand te fotograferen. Met een 200 mm-lens fotografeer je dus best niet met langere sluitertijden dan 1/200ste. Kies in dat geval bijvoorbeeld 1/250ste of korter (1/500ste of zelfs 1/1000ste). Heeft je camera of je lens een beeldstabilisator, dan kun je iets langere sluitertijden aanhouden.

Het hoogtepunt

Bij sommige sporten kun je moeilijk anticiperen op de beweging die gaat volgen. Bij trampolinespringen kun je moeilijk scherpstellen op de lucht boven je stuiterende kinderen. In dat geval kun je proberen om de foto te maken net op het hoogste punt van de sprong. Daar hangen ze heel even stil, en als je dan snel scherpstelt en afdrukt, heb je kans op een bruikbare foto. Met een reflexcamera is dat best haalbaar.

Dezelfde truc kun je gebruiken bij sporten als basketbal en volleybal, of om de save van een voetbalkeeper te kieken. Wacht tot ze het hoogste punt van hun sprong bereikt hebben, en druk dan snel af.

Vloeiende beweging

Je hoeft de beweging niet altijd te bevriezen voor een mooi resultaat. Wanneer je een langere sluitertijd (bijvoorbeeld 1/15de) instelt via de sluitertijdvoorkeur (S/Tv), kun je de beweging ook volgen. Dit vergt enige oefening, maar het lukt uiteindelijk wel. Neem een bewegend onderwerp (bijvoorbeeld een fietser) in de zoeker en volg met de camera de beweging mee in de zoeker. Druk af en blijf de beweging volgen.

Na enkele malen proberen zul je merken dat je de fietser nog herkenbaar scherp in beeld hebt maar dat de achtergrond vaag wordt weergegeven. Hierdoor ontstaat een mooi effect dat beweging en snelheid suggereert.

Checklist Sport & spel

* Gevoeligheid: hoog genoeg voor korte sluitertijden
* Opnamestand: sport-preset of sluitertijdvoorkeur
* Sluitertijd: 1/125ste of sneller, rekening houdend met de brandpuntsafstand van telelenzen
* Witbalans: preset voor zon, wolken of schaduw, of automatisch

Tip

Anticipeer op de actie: stel scherp op een punt in de lijn van de beweging.