Arjan Hartog fotografie
Webdesigner Arjan Hartog
Tips en trucs.

Binnenopnames.

Buitenopnames.

Portretten.

Huisdieren.

Strand en sneeuw.

Natuur en close-up.

In de dierentuin.

Citytrips.

In het museum.

Sport en spel.

Flitsen.

Weg met rode ogen.

Fotografiesite.

Tips en trucs
Flitsen

In de meeste digitale toestellen zit een flitser ingebouwd. Die ingebouwde lichtbronnetjes zijn soms wel eens handig, maar hebben toch aanzienlijke beperkingen.

Ze zijn om te beginnen niet erg krachtig. Aan een feestdis zal de geflitste tante aan de overkant van de tafel er nog blits uitzien, maar als je heel de familie in beeld wilt brengen door een foto te maken vanop de kop van de tafel, dan zullen de achterste familieleden wellicht in het duister achterblijven. Daar is uiteraard wel iets aan te doen. Door de gevoeligheid van je toestel te verhogen zal ook het bereik van het flitslicht vergroten. Als je de gevoeligheid instelt op ISO 400, zal ook het sfeerlicht meer aanwezig zijn in je opname.

Je moet altijd een minimale afstand tot je onderwerp respecteren, anders is het flitslicht te krachtig wordt en de persoon in beeld overbelicht. Ga echter ook niet te ver staan, want dan raakt het licht van de flitser niet tot bij je onderwerp en eindig je met een onderbelichte foto. Tussen twee en vier meter is in veel gevallen ideaal voor zo’n ingebouwde flitser.

Denk er ook om dat lichte kledij veel meer flitslicht reflecteert dan donkere kledij. Iemand in een wit kleed of hemd op de voorgrond zal dus erg hard opvallen en andere zaken op de achtergrond in het niet doen verdwijnen.

Rode-ogensyndroom

Ingebouwde flitser vormen vaak de oorzaak van het rode-ogensyndroom. In het donker vergroten onze pupillen om meer licht door te laten. Wanneer de flitser afgaat, wordt zijn licht dus grotendeels weerkaatst door de achterkant van de oogbol, die bloeddoorlopen is. En aangezien zo’n flitser dicht bij de lens van je camera zit, komt dat rode licht netjes op je beeldsensor terecht.

Om dat te vermijden hebben veel fabrikanten een rode-ogenfunctie op hun toestellen aangebracht. Bij het afdrukken zendt de flitser eerst een paar korte lichtpulsen uit, waardoor de pupillen van de geportretteerde vernauwen en het licht dus niet meer tot achter in de oogbol raakt.

Helaas verloopt op die manier al snel een seconde tussen het afdrukken en de opname zelf. Zo mis je vaak spontane momenten. Gebruik dus liever de gewone flitser en werk de rode ogen achteraf weg met een softwarepakket.

Externe flitser

Op zowat alle digitale reflexcamera’s kun je echter een externe flitser monteren, en die levert veel betere resultaten op. Zulke flitsers zijn niet alleen veel krachtiger dan hun ingebouwde tegenhangers, maar staan ook verder van de lens. Bovendien kun zo’n externe flitser doorgaans naar het plafond richten, waardoor je een indirecte verlichting creëert. Dat komt veel zachter over dan het rechtstreekse flitslicht. Doe dat echter alleen bij witte of minstens bleke plafonds die niet te hoog zijn. Bij hoge plafonds gaat er te veel licht verloren, en bij gekleurde exemplaren wordt je beeld ontsierd door de kleurzweem van het plafond.

Bij het gebruiken van een flitser moet je er ook op letten dat het licht niet wordt gereflecteerd in een venster, kader of ander blinkend oppervlak. Probeer dat soort voorwerpen op de achtergrond te mijden. Kan het niet anders, zorg er dan op zijn minst voor dat je jezelf niet kunt zien in de reflectie. Een paar stappen zijwaarts kunnen wonderen doen.

Sfeerlicht

Als je meerdere mensen tegelijk wilt fotograferen met een flitser, zorg dan dat ze eerder dicht naast elkaar staan dan achter elkaar. Zo vermijd je dat de voorste mensen overbelicht worden door het flitslicht en de achterste onderbelicht. De witbalans van je toestel kun je best op automatisch instellen of expliciet op flitslicht. Het sfeerlicht zal dan mooi zijn gouden gloed houden.

Als je je opname wat sfeervoller wilt maken, kun je de flitsbelichting combineren met een langere sluitertijd. Standaard zal een camera in automatische stand kiezen voor een sluitertijd van 1/60ste of 1/125ste wanneer de flitser wordt ingeschakeld. Het gevolg is dat het flitslicht enkel voor een goede belichting zorgt en dat nefast voor de sfeer. Stel je camera daarom maar eens in op de sluitertijdvoorkeur (S/Tv) en kies 1/30ste als sluitertijd, bijvoorbeeld in combinatie met een gevoeligheid van ISO 400. Je merkt meteen het verschil!

Checklist flitsen

* Gevoeligheid: ISO 400
* Opnamestand: automatisch of sluitertijdvoorkeur
* Witbalans: automatisch of flitslicht

Tip

Met een hogere gevoeligheid en een langere sluitertijd breng je meer sfeer in foto's met flitslicht.

bron: het nieuwsblad.be